Belastingplan 2023
Op 20 september 2022 (Prinsjesdag) presenteerde het Kabinet de Miljoenennota en het Belastingplan 2023. Op 20 december 2022 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Belastingplan 2023. Op deze pagina leest u de belangrijkste wijzigingen (voor ondernemers). Klik hier voor een overzicht van de belangrijkste tarieven.
Inkomstenbelasting Box 1 (o.a. tarieven)
In box 1 van de inkomstenbelasting (IB) betaalt u belasting over uw inkomen uit werk en woning. De volgende wijzigingen zijn aangekondigd en doorgevoerd:
- Tariefsverlaging: in 2022 bedraagt het tarief voor de eerste schijf 37,07%, dit gaat naar 36,93% in 2023. De grens van de eerste schijf gaat van € 69.398 in 2022 naar € 73.031 in 2023. Het toptarief wijzigt niet en blijft 49,5%.
- Middeling afgeschaft: bij de middelingsregeling wordt de belasting over het gemiddeld inkomen box 1 van 3 jaar berekend. De belasting over het gemiddelde inkomen wordt vergeleken met de werkelijke belasting. Onder voorwaarden kan een verschil hiertussen middels een verzoek worden teruggevraagd. Per 1 januari 2023 wordt de middelingsregeling afgeschaft. Er komt een overgangsregeling voor 2022. Het laatste tijdvak van middeling is 2022-2023-2024
- Hypotheekrente afbouw: sinds 2014 wordt het voordeel van de hypotheekrente afgebouwd. In 2023 is de hypotheekrente nog maximaal aftrekbaar tegen 36,93%, het tarief van de 1e schijf. (dit geldt ook voor de ondernemersaftrek en persoonsgebonden aftrek)
- Eigen woningforfait: het percentage voor de eigenwoningforfait wordt met 0,05 procentpunt verlaagd tot 0,35% (voor woningen tussen € 75.000 en € 1.200.000)
Inkomstenbelasting ondernemers
Voor ondernemers voor de inkomstenbelasting (eenmanszaak, ZZP, VOF etc.) zijn de belangrijkste wijzigingen:
- Zelfstandigenaftrek afbouw: ondernemers voor de inkomstenbelasting hebben onder voorwaarden recht op zelfstandigenaftrek. De aftrek wordt verder en sneller afgebouwd dan eerder aangekondigd. De maximale aftrek in 2023 bedraagt € 5.030 (in 2022 € 6.310). Uiteindelijk bedraagt de aftrek in 2027 nog € 900. (zoals al eerder bekend gemaakt, is de zelfstandigenaftrek slechts nog aftrekbaar tegen het tarief van de 1e schijf IB)
- FOR afschaffing: de FOR is een faciliteit om een deel van de winst fiscaal gefaciliteerd te reserveren voor de oude dag. Vanaf 2023 is (verder) opbouwen van de FOR niet meer mogelijk. Het blijft wel mogelijk de FOR conform de bestaande regels af te wikkelen.
DGA’s (IB en VPB)
- Tarief box 2 in schijven (2024): Als u, al dan niet samen met uw partner, ten minste 5% van de aandelen van een BV/NV heeft, bent u aanmerkelijk belanghouder. Inkomen uit aanmerkelijk belang (dividend) wordt belast in box 2 met inkomstenbelasting. Het tarief in box 2 wordt per 1 januari 2024 verdeeld in twee schijven; 24,5% over de eerste € 67.000 en 31% over het bedrag daarboven. (In 2022 en 2023 is het tarief 26,9%)
- Tarief VPB omhoog: over de resultaten in de BV/NV betaalt de vennootschap Vennootschapsbelasting (VPB). Vanaf 1 januari 2023 is het tarief 19% over de eerste € 200.000 en 25,8% daarboven, dit is een verhoging t.o.v. 2022. (In 2022 is het tarief 15% over de eerste € 395.000 en 25,8% daarboven).
- Betalingskorting VPB: met ingang van 2023 verdwijnt de betalingskorting welke werd verleend als de voorlopige aanslag in één keer betaald werd.
- Gebruikelijk loon: als DGA bent u verplicht uzelf een gebruikelijk loon toe te kennen. Het loon is afhankelijk van diverse grenzen: loon meest vergelijkbare dienstbetrekking, loon meest verdienende werknemer en een absoluut bedrag € 48.000. Hierbij gold een doelmatigheidsmarge, deze wordt afgeschaft. In sommige gevallen moet u zichzelf dus een hoger loon toekennen.
- Wet excessief lenen: met deze wet wordt beoogd om leningen van de vennootschap aan de DGA te ontmoedigen. Vanaf 31 december 2023 wordt in box 2 een fictieve winstuitdeling tegen een tarief van 26,9% in aanmerking genomen als de schulden van de DGA (en partner) meer dan € 700.000 bedragen. Eigen woning schulden aangegaan voor 1 januari 2023 worden hierin niet meegenomen (mits hypotheekrenteaftrek bestaat)
Box 3
In box 3 van de inkomstenbelasting wordt u belast voor het inkomen uit sparen en beleggen. De belangrijkste wijzigingen:
- Hoger tarief:. Het tarief in 2022 was 31%, dit wordt in 2023 verhoogd tot 32% (in 2024 naar 33% en in 2025 naar 34%)
- Hoger heffingsvrije vermogen: het heffingsvrij vermogen is in 2023 per persoon € 57.000.
- De heffingsgrondslag gaat vanaf 2023 uit van verschillende vermogensgroepen: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Er geldt vervolgens een forfaitair rendement per vermogensgroep (er komt een antimisbruikbepaling voor kortdurend schuiven binnen de vermogensgroepen). Naar verwachting gaat het nieuwe stelsel o.b.v. werkelijk rendement vanaf 2026 in.
- Verhuurde woningen: voor de waardering van verhuurde woningen geldt onder voorwaarden (waaronder huurbescherming) de leegwaarderatio. De leegwaarderatio is een percentage van de WOZ-waarde. Het percentage is afhankelijk van de ontvangen huur en de waarde van de woning. De percentages worden vanaf 2023 verhoogd waardoor meer belasting verschuldigd is. Nieuw is dat tijdelijke huurcontracten worden uitgesloten van de waardering op leegwaarderatio. Daarnaast vervalt de mogelijkheid van toepassing van de leegwaarderatio bij verhuur van panden aan gelieerde personen (bijv. kinderen).
- Aftrekbare gebruiksvergoeding: ondernemers die privé vermogensbestandsdelen gebruiken in hun onderneming, hebben in de onderneming een aftrekbeperking (art. 3.17 lid 1 c 1 IB). De berekeningswijze wordt aangepast.
De ‘nieuwe’ berekening werkt als volgt:
- Bereken per vermogenssoort op 1 januari het fictieve rendement (o.b.v. gegeven percentages)
- Tel de rendementen van de banktegoeden en overige bezittingen bij elkaar op, en verminder met het rendement op schulden
- Bereken het totale vermogen, bezitting minus schulden, rekeninghoudend met de schuldendrempel
- Verminder het totale vermogen met het heffingsvrije vermogen, dit is de grondslag sparen en beleggen (de grondslag mag onder fiscale partners verdeeld worden)
- Bereken het rendementspercentage, dit is het berekende rendement (punt 1) gedeeld op het totale vermogen (punt 3)
- Vermenigvuldig het rendementspercentage (punt 5) met de grondslag sparen en beleggen (punt 4), dit resulteert in het voordeel uit sparen en beleggen dat belast is tegen het IB-tarief.
Heffingskorting
Een heffingskorting verlaagt de te betalen inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Welke kortingen u krijgt is afhankelijk van uw situatie.
- Algemene heffingskorting: deze korting geldt voor (bijna) iedereen en is inkomensafhankelijk. De korting wordt in 2023 verhoogd en bedraagt maximaal € 3.070 (t.o.v. € 2.888 in 2022). De afbouw is afhankelijk van het inkomen box 1. De aangekondigde afbouw op basis van box 2 en 3 is verschoven naar 2025.
- Arbeidskorting: u heeft recht op deze korting als u loon, winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden geniet. In 2023 is de maximale arbeidskorting € 5.052 (dit was in 2022 € 4.260), het afbouwpercentage bedraag 6,51%. Bij een arbeidsinkomen van € 115.295 is de arbeidskorting € 0.
- Inkomensafhankelijke combinatiekorting: dit is een korting die u onder voorwaarden krijgt als u alleenstaande ouder bent of beiden werkt en zorgt voor een kind jonger dan 12 jaar (op 1 januari van betreffende jaar). Met Prinsjesdag is aangekondigd dat de korting per 1 januari 2025 verdwijnt. Inmiddels is aangekondigd dat er een alternatief uitgewerkt wordt.
Lonen
- Hogere vrije ruimte: door middel van de werkkostenregeling (WKR) kunt u als werkgever uw personeel onbelast zaken vergoeden en verstrekken. De vrije ruime binnen deze regeling gaat van 1,7% (in 2022) over een loonsom tot € 400.000 naar 3% over een loonsom van € 400.000 in 2023. Over een loonsom boven de € 400.000 bedraagt de vrije ruimte 1,18%. In 2024 bedraagt het percentage tot € 400.000 1,92%.
- Hogere kilometervergoeding: de belastingvrije kilometervergoeding van € 0,19 per kilometer wordt per 1 januari 2023 verhoogd naar € 0,21 per kilometer en per 1 januari 2024 naar € 0,22. (de verhoging geldt ook voor ondernemers)
- De onbelaste thuiswerkvergoeding wordt geïndexeerd.
Overdrachtsbelasting
Bij de verkrijging van onroerend goed of rechten hierop, krijgt u te maken met overdrachtsbelasting. Het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting van niet-woningen wordt met ingang van 1 januari 2023 verhoogd naar 10,4% (in 2022 is het tarief 8%). Het tarief voor woningen in eigen gebruik blijft 2%. Wel wordt de drempel voor de startersvrijstelling verhoogd naar € 440.000 in 2023.
Auto
- BPM Bestelauto (vanaf 2025): op dit moment geldt een vrijstelling BPM voor bestelauto’s die te naam worden gesteld op een btw-plichtige ondernemer. Het kabinet stelt voor deze vrijstelling met ingang 1 januari 2025 af te schaffen. De BPM gaat afhankelijk worden van de CO2 uitstoot. Daarnaast gaat het tarief motorrijtuigenbelasting voor bestelauto’s per 1 januari 2025 omhoog.
- Bijtelling elektrische auto: de bijtelling voor de elektrische auto met een datum eerste toelating in 2023 gaat omhoog voor auto’s met een catalogusprijs van meer dan € 30.000. De bijtelling van 16% blijft tot een catalogusprijs van € 30.000, daarboven is de bijtelling 22%.
Zonnepanelen
Het btw-tarief op de aanschaf en het installeren van zonnepanelen op en in de onmiddelijke nabijheid van woningen wordt verlaagd naar 0%. De bewijslast voor het correct toepassen van het btw-nultarief ligt bij de ondernemer die het tarief toepast. Let op: ondernemers die zonnepanelen hebben/aanschaffen en geen gebruik kunnen maken van de KOR, blijven voor de levering van stroom ondernemer. Dit betekent dat zij ook in 2023 (en volgende jaren) BTW af moeten dragen over het leveren van stroom. Dit geldt ook voor eventueel privé gebruik.
Afschaffing jubelton
De schenkingsvrijstelling ten behoeve van de eigen woning (jubelton) wordt per 1 januari 2024 volledig afgeschaft. De huidige vrijstelling bedraagt € 106.671. Per 1 januari 2023 wordt de eenmalige vrijstelling al verlaagd naar € 28.947. Binnen relatie ouders/kinderen is de verlaging als ware al een afschaffing omdat er al eenmalige verhoogde vrijstelling geldt van dit bedrag. Waarbij op te merken dat je slechts eenmalig een beroep kunt doen op één van de verhoogde vrijstellingen.
Voor vragen over de belastingplannen, in relatie met uw persoonlijke situatie, kunt u contact opnemen met uw cliëntadviseur.
Bekijk hier de belangrijkste tarieven en bedragen 2023.
(Datum: 26 september 2022, laatste wijzigingsdatum: 31 december 2022)